Wat is Gods weg met mijn leven
Lezen: Psalm 25 vs. 1 t/m 11
Zingen: 68 vs. 2 en 3
Gehouden op vrijdag 18 januari 2013 door Gijsbert.
Alle huizen stromen leeg, rijen aan rijen mensen stromen het land uit, geordend bij 5-en zoals God het gezegd had. Eindelijk na jaren was het zover. Iedere keer als Mozes bij Farao kwam, was zijn hart verstokt en moest het volk alleen maar harder werken. Maar na de tiende plaag was Farao bang geworden. Alle oudste zonen van de Egyptenaren waren gestorven. Nu was het wel echt dicht bij gekomen, alle Egyptenaren waren getroffen door deze plaag. Iedereen was bang geworden.
Nu mocht dan het slaven volk eindelijk vertrekken naar het land dat God hen belooft had. Vanuit Egypte zouden ze binnen veertien dagen in Kanaän kunnen zijn. Weg van alle slavernij en onderdrukking. Nu zou het goed gaan worden.
Alleen dan staat er in de bijbel: “God leidde het volk om”. Het volk zal in tenten leven, als pelgrims, als vreemdelingen. Dit had het volk niet verwacht, God stuurt hen de woestijn in. ze hadden ook langs de zee kunnen gaan. Daar lag een handelsroute, die veel gebruikt werd. En die goed bewaakt werd. Er zullen vast veel Israëlieten geweest zijn, die er vanuit gingen dat ze over die route zouden gaan. Maar God leidde hen om door de woestijn. Ze zouden op een gegeven ogenblik op de Fillistijnen stuiten, maar God leidde hen om. Zodat ze de strijd niet hoefden mee te maken. Er staat in de bijbel: “Want God zei: anders zal het volk berouwen bij het zien van oorlog, en wil het naar Egypte terug keren”. God leidde hen dus om. Zo bewaart hij hen voor de strijd met de Fillistijnen.
Langs de weg staan wel eens van die gele bordjes met ‘omleiding’ erop. Je baalt ervan, want je wil eigenlijk toch die weg ingaan. Maar je zult de bordjes moeten volgen, anders komt het niet goed uit. Zo gaat het hier ook. God leid hen een andere weg als ze zelf gedacht hadden.
Daar stonden ze, met hun kinderen en dieren, voor de woestijn. Toen ze daar stonden, zal het volk toen niet gedacht hebben: “is dit nu Uw weg?!”, “Kan het niet anders?”.
Gods weg gaat door de woestijn, waar het overdag enorm warm is. Waar het in de nacht enorm koud is. Waar ze van alle kanten aangevallen kunnen worden. Waar de gevaarlijke dieren leven. Je zou er moedeloos van worden. Er waren gevaren genoeg daar. Allemaal zullen ze hier door moeten.
Zelf sta je misschien ook wel eens voor een situatie dat het net een grote woestijn lijkt met allemaal moeilijkheden en gevaren. Is dat Gods weg in jouw leven? Kan het niet anders?
Gelukkig houd het verhaal van het volk Israël hier niet op. Dan staat er in de Bijbel ‘ De Heere ging voor hen uit, overdag in een wolkkolom om hun de weg te wijzen, en ’s nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, zodat zij dag en nacht verder konden trekken’ . God bleef bij het volk, dag en nacht. Ze waren in de woestijn, met allemaal gevaren om hun heen. Maar God zorgde voor hen tijdens die lange, moeilijke, gevaarlijke reis. De wolkkolom wees hen de weg en zorgde er voor dat de zon hen op het heetst van de dag niet zo erg kon steken. De vuurkolom gaf hen licht in de nacht maar ook warmte zodat ze niet door de kou zouden sterven.
Zoals God bij het volk Israel op het moeilijke deel van de weg, zo is hij ook met ons, al lijkt het soms net een grote woestijn.
Wij leven in een wereld vol met allerlei plannen. We hebben met veel plannen te maken. Bijvoorbeeld een bestemmingsplan, dan moet de gemeente goedkeuren of iets wel of niet gebouwd mag worden. Een begrotingsplan, een plan die bijvoorbeeld de overheid ook maakt. Een ondernemingsplan, een sociaal plan een vredes plan. Er zijn ongelofelijk veel plannen op aarde. Maar zijn wij nu bezig met wat Gods plan in ons leven is? God, de schepper van hemel en aarde heeft ook een geweldig groot plan met deze wereld. Al die plannen van ons zijn ondergeschikt aan zijn plan. Voor al die 7 miljard mensen die op aarde zijn.
Hij had een plan om mensen te maken. Zoals Hij dat zegt in Genesis: Laat ons mensen maken naar Ons beeld en naar Onze gelijkenis. God wilde mensen maken om deze aarde te bebouwen en te bewaren. En Hij wilde dat we naar Zijn eer gingen leven. Dat eerste plan daar is een streep door gekomen. Die streep heeft de mens er doorheen gezet, doordat de mens tegen de wil van God toch van de boom at. Daarom heeft God een hoger plan uitgedacht. Een heilsplan een vredesplan van God met deze wereld. Hij riep adam, om hem in dat plan op te nemen. En de HEERE God riep Adam en zeide: “Waar zijt gij?”. En dat doet hij nu ook. Niet alleen: “Adam waar ben je?”. God heeft ook een plan met ons leven. Hij roept ook ons nog.
Een plan heeft alles te maken met de intentie en de wil van iemand. En God wil in ieder geval niet dat wij verloren gaan. Hij vertraagd de wederkomst, niet willende dat iemand verloren gaat. Hij wil dat we behouden worden. Hij wil dat we bevrijd worden van de leugens, en dat de waarheid in ons leven gaat zegenvieren. En wat is nou die waarheid? Die waarheid is een persoon. Want hij zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Wij hebben een levende relatie met hem nodig. We kunnen een hoop vragen en strijd hebben in ons leven, maar dan zegt Hij “Ik ben de weg, de waarheid en het leven!”. Je moet bij mij zijn! Als je jezelf nou zo doods ervaart, en zo dor, en je zegt ik ben geen goede christen en schiet in alles te kort. Dan zegt Hij je moet bij mij zijn! Ik ben het leven.
De Heere Jezus zegt ook: “Ik ben het licht van de wereld. Misschien zitten we in een geweldig duistere periode, of zijn we nog steeds onbekeerd, dan zegt de Heere Jezus: Ik ben het licht, Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Ik wil licht brengen in jou leven. En Ik wil vanuit die levende relatie dat jij ook dat licht gaan verspreiden. Hij zegt: “wandelt als kinderen van het licht”.
Vaak leren we veel dingen maar leven we het niet . het kan in ons hoofd zitten, we kunnen veel bijbel teksten kennen, we kunnen de catechismus uit ons hoofd weten. Dat is heel goed. Maar veel worstelen er mee om de bijbel in de praktijk te brengen. Als je vraagt aan mensen wat Gods wil is in hun leven, zeggen veel: “Ja, dat ik mag weten dat mijn zonden vergeven zijn, dat ik in de hemel kom, dat ik weten dat het goed is tussen God en mijn ziel. dat is allemaal waar, maar uiteindelijk maakt het allemaal deel uit van dat ene grote plan, dat ene doel. God heeft mensen uitverkoren, om dat beeld gelijkvormig te zijn. We moeten Hem verheerlijken, we moeten vrucht dragen. Er staat in Efeze 2 vers 10: “want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.”.
Nou, dat lijkt mij toch wel een mooi antwoord op de vraag wat Gods wil is in mijn leven.
- In wat voor opzichten herken jij je in het volk Israël?
- Hoe kun je Gods weg in je leven (leren) zien?
- Lees het volgende gedicht: Wat vind je moeilijk / mooi aan dit gedicht?
Voetstappen in het zand..
Ik droomde eens en zie
ik liep aan 't strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.
Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.
Ik zei toen "Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad..."
De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
"Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen..."