Gedoopt, wat betekent dat
Inleiding JV Het Richtsnoer gehouden op 20-01-2012 door Gerina en Annelien.
Lezen: doopformulier.
Zingen: Psalm 71:12
Na de inleiding: Psalm 105: 5, 24
Wat is de zin van ons leven? Waarom zijn we op deze wereld? Helaas weten veel mensen de zin van het leven niet meer te formuleren. Steeds meer mensen zeggen gemakkelijk: ‘Ik ben nu eenmaal op de wereld geschopt, en ik moet maar zien hoe ik er doorkom. En hoe ik er uitkom? Daarover maak ik me geen zorgen..’ En als het nu bij ons anders is, dan zullen we een antwoord moeten hebben op de vraag naar de zin van het leven. In het Paradijs had het leven zin! Adam en Eva hadden het niet over ‘op de wereld geschopt’. Zij waren geschapen door God en naar Gods beeld. Met het doel om te leven en te werken tot eer van God. Om eeuwig gelukkig te blijven. Maar toen kwam Genesis 3! Toen kwam de vreselijke zondeval. En wat is nu de zin van het leven ná de zondeval? Dat leert de Bijbel ons. Het leven zou geen zin meer gehad hebben als God niet van genade gesproken had tot Adam en Eva. En als bevestiging daarvan dragen we het teken van de Heilige Doop aan ons voorhoofd. Het is het grote wonder dat de Heere ná de zondeval, door genade, het leven van zondaren een nieuwe zin heeft gegeven. Daardoor kunnen we weer gaan leven tot eer van God.
Als Abram 99 jaar oud is, verschijnt de Heere aan hem. Hij stelt een verbond tussen hen op. Hij verandert zijn naam in Abraham en stelt hem tot een vader van een menigte van volken. In de laatste lettergreep van de naam Abraham klinkt het Hebreeuwse woord voor menigte door. Het verbond luidt als volgt: En ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u. Als teken en zegel van dat verbond gaf de Heere aan Abraham en zijn zaad het sacrament van de besnijdenis. Die besnijdenis betekende voor de Jood dan ook heel veel. De besnijdenis was dus een teken van het verbond dat God gemaakt heeft met Abraham en zijn zaad. Dat is ook de boodschap die de Heilige Doop ons brengt. Bij de besnijdenis vloeide er wat bloed wanneer het voorste stukje huid werd weggesneden. Dat wees op de komende Christus die niet alleen zelf op de achtste dag besneden zou worden, maar die ook zijn bloed zou laten vloeien tot een volkomen verzoening voor de zonden. De profeet Jeremia heeft het volk Israel toegeroepen: Besnijdt u de Heere en doe weg de voorhuid uwer harten. De besnijdenis wijst op de noodzaak van een nieuw hart, maar ook op de mogelijkheid daarvan en omdat de doop in de plaatst van de besnijdenis gekomen is, zijn én de doop én de besnijdenis een zegel des verbonds en der gerechtigheid des geloofs. Ook Saraï krijgt een nieuwe naam, zij zal voortaan Sara heten. Dat wil zeggen: Vorstin. Bij deze gelegenheid hoort Abraham voor het eerst overduidelijk dat Sara de moeder zal zijn van het beloofde zaad. Het brengt hem in verootmoediging en blijde verwondering. Hij vraagt de Heere wel: och, dat Ismael mocht leven voor uw aangezicht. Dat is een gebed of de Heere voor deze zoon wil zorgen. De Heere belooft dat hij Ismael niet zal vergeten. Hij zal rijke weldaden krijgen, maar slechts voor het tijdelijke leven. God zal zijn verbond echter met Izak oprichten. Izak en Ismael waren beiden kinderen des verbonds. Beiden werden besneden, waren bevoorrecht, werden apart gezet. Maar voor Ismaël ging het alleen maar om, het tijdelijke en het uiterlijke, terwijl Izak voor tijd en eeuwigheid in God geborgen was. Er zijn dus twee verschillende kinderen des verbonds.
Wij zijn gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dat houdt méér in dan dat de Doop aan ons bediend is in opdracht van God. Het doopbevel luidt eigenlijk: doop hen tót de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Dat betekent dat wij door de doop, in een bepaalde verhouding tot de Heere staan. Hij zegt bij de Doop: Je behoort jezelf niet toe, maar je behoort bij Mij! Ik heb Mijn Naam op je voorhoofd geschreven: Bij Mij is genade voor de grootste der zondaren. Wat dat inhoudt zegt het Doopformulier: het is de aanneming tot kinderen van de vader; de verzoening met God door het werk van de Zoon; de gave van de Heilige Geest die ons tot lidmaten van Christus heiligt.
In sommige gemeentes kun je je op latere leeftijd laten overdopen. De evangelische christen zegt: ‘De doop is een teken BIJ mij geloof. Daarom kan ik pas gedoopt worden, als ik geloof.’ Daarmee doe je God tekort. Alsof God met Zijn beloften afhankelijk is van mij! Het doet ook tekort aan het teken van de doop. Dat verzegelt niet dat mijn geloof goed is, maar dat Gods woord waar is. En God is niet afhankelijk van mijn leeftijd, omdat teken te geven. Hij gaf dat teken in het Oude Testament al aan jongentjes van acht dagen oud. De reformatorische Christen zegt: ‘De doop is een teken bij Gods woord. Gedoopt worden is dus niet afhankelijk van mijn geloof.’ Bij over dopen verloochen je dus God.
In Markus 16:16 staat: Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. Dus als je gelooft en je bent gedoopt zal je zalig worden, geloof je niet, dan ben je voor eeuwig verloren. Het betekent dus niet als je niet gedoopt ben dat je niet zalig kunt worden. Maar als je wel gedoopt ben, en je gelooft niet, zul je een groter oordeel krijgen.
Het belangrijkste gedeelte van de Heilige doop is in drie stukken verdeeld. Net zoals de Catechismus in ellende, verlossing en dankbaarheid. Het doopwater spreekt dus van 3 zaken.
Ten eerste, de ellende. Het water laat zien hoe ellendig wij zijn. Het laat zien de onreinheid van je ziel. Als je die onreinheid gaat zien zul je daar een hekel aan krijgen en gaan bidden tot God. Je gaat dus de zaligheid buiten jezelf zoeken. Het doopwater roept ons toe: je moet gewassen worden.
Ten tweede, de verlossing. Het water laat zien dat je nog gewassen kunt worden. Het doopwater spreekt namelijk van de reinigmaking en zaligheid die buiten ons is. Dat is de verlossing die God uit genade in ons werkt. Reiniging kan niet bij onszelf vandaan komen. Het kan alleen nog maar bij God vandaan komen. De rijkdom van het water is dan ook dat ons toegeroepen wordt dat de Vader een eeuwig verbond der genade met ons opricht, dat het bloed van de Zoon ons reinigt van alle zonden. En dat de Heilige Geest voortdurend toe-eigent wat Gods kinderen in Christus hebben. Niemand hoeft het zelf te pakken of zelf vast te houden. Is dat geen rijke boodschap van Gods genade? De verlossing ligt buiten ons en we krijgen er door genade deel aan.
Ten derde, de dankbaarheid. In het doopwater horen we de zichtbare prediking van de vraag naar dankbaarheid. We worden vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid en we worden opgeroepen tot wederliefde, namelijk aanhangen, betrouwen en liefhebben. Dan zullen we onze oude natuur doden, en in een nieuw godzalig leven wandelen. De Heere zegt: ‘Zijt heilig, want Ik ben heilig.’ De Heere vraagt ons als het ware: Ben Ik het dan niet waard, dat je Mij met heel je hart en heel je leven zou dienen? Onze dankbaarheid moet dus blijken uit een heilig leven voor de Heere uit wederliefde. Dit is slechts een samenvatting van de kern van het doopformulier.
Heb je er wel eens over nagedacht hoe groot het voorrecht is, dat je – zonder dat je daar zelf om gevraagd hebt – onder de rijkdom van de bediening van het genadeverbond gedragen bent? En als we de Heere mogen leren kennen in ons leven, dan mogen we ervaren dat de Heilige Geest het dooponderwijs ook wil gebruiken om tot meer zekerheid te brengen. Sacramenten zijn immers gegeven tot versterking van het geloof. Het formulier spreekt daar ook van: Overmits de Doop een zegel en ontwijfelbaar getuigenis is, dat wij een eeuwig verbond met God hebben. Is het geen rijkdom dat we door het formulier in deze leer onderwezen worden, ook binnen de gemeente waartoe wij behoren: de kerk van de 21e eeuw.
De tijd waarin Petrus leefde wordt verbonden met de tijd waarin wij leven. Ook nu behoort er een duidelijke scheidslijn te zijn tussen de kerk en de wereld door het water van de Doop. Let op, de Doop is een symbolische reiniging. Dat wil zeggen: het water van de Doop wijst heen naar het bloed van Christus, waarin de vuile zonden gewassen kunnen worden. De reiniging werkt niet automatisch. Het doopwater is een zichtbaar onderwijs aangaande de totale vernieuwing van hart en leven die door genade gewerkt wordt. Als de Heere met Zijn hartvernieuwende genade komt wonen en werken in ons hart en leven, dan worden de zonden beweend, bestreden en gemeden. Helaas treedt er steeds weer ‘vervuiling’ op, omdat we ook na ontvangen genade nooit loskomen van de zonde. Paulus heeft uitgeroepen, ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Maar Gods kinderen worden, ook in onze tijd, in de Petrusbrief opgeroepen om te wandelen met een goed geweten. Hij zegt als het ware, wanneer we de kracht van het doopwater mogen ervaren, dan worden we op God gericht, dan krijgt Christus Zijn wettige plaats in ons hart en leven. En eenmaal zullen allen die Christus en Zijn kerk haten, erachter komen dat de lijdensweg van Zijn kinderen een triomftocht zal worden. Niet het menselijk oordeel, maar het Goddelijke oordeel zal uiteindelijk beslissend zijn. Dat geldt voor de tijd van Noach, voor de tijd waarin Christus leefde, voor de tijd waarin Petrus leefde, en voor de tijd waarin wij als gedoopten nu leven..
Vragen:
- Is het in ons leven zichtbaar dat het water van de Doop scheiding maakt? Niet alleen op de dag des Heeren, maar ook door de week?
- de belofte waar Handelingen 2:39 van spreekt in verband met de Doop, niet veel meer de belofte van de gave van de Heilige Geest?
- Waarom is overdopen ernstig?
- De doop is een sacrament. Moet de gemeente zich dan niet voorbereiden? Nu is er een situatie dat de Doop ondergewaardeerd wordt ten opzichte van het Heilig avondmaal. Bij de Doop gaat soms zelfs niet eens de preek erover, aan het Heilig avondmaal worden drie diensten gewijd.